donderdag 28 februari 2013

Dode hoekspiegels

Al vanaf mijn eerste velomobiel-rit erger ik me aan het beperkte zicht schuin naar achter. Bij elke rotonde of kruising geeft me dit een onaangenaam gevoel. Misschien toch een auto over het hoofd gezien. Tot op heden heeft het geen echte problemen gegeven, maar ik ben wel een paar keer geschrokken.

Bij een auto-accessoire winkel zie ik voor 5 euro twee dode hoek spiegeltjes. Ik moest even bedenken hoe de spiegeltjes te bevestigen. Liefst een manier waarop ik de spiegel zonder sporen ook weer kan verwijderen. Dus haal ik de klittenband weer te voorschijn. Gelukkig heb ik twee koplampen die op de ideale plek zitten. Om de tie-wrap van de koplamp kan ik een stuk klittenband vouwen. Stukje klittenband op het spiegeltje en klaar.

Vanmorgen een paar foto's gemaakt waaruit duidelijk blijkt dat zowel de gewone spiegel als de dode hoek spiegel zijn nut heeft. Ook op kruisingen heb ik al profijt gehad. Uit enthousiasme schiet ik vanavond wel voor een van rechts komende auto langs. Beetje dom maar vooral brutaal en het gaat allemaal goed.

Voor de snelheidsduivels onder ons: de spiegeltjes wegen 10g per stuk. Geen toename van de luchtweerstand omdat de spiegels achter de lampen zitten.

Een stukje dubbelgevouwen klittenband om de tie-wrap vd lamp...

...dode hoekspiegel erop en klaar (bovenaanzicht). Let op de bolle vorm van de dode hoek spiegel... 

...die geeft een grotere beeldhoek, waardoor je meer ziet, maar voorwerpen lijken wel verder weg.
Niet handig als de auto nog wat verder weg is, maar dan zie je hem goed in de gewone spiegel.

...beeld overlap...

...hoezo dode hoek?! Met de gewone spiegel zie je niets, maar deze auto is dus levensgevaarlijk dichtbij als je linksaf wilt. Ik moet mijn hoofd als een uil draaien om deze auto te zien.


donderdag 14 februari 2013

Camera Contour ROAM2 (2)

Eigenlijk was ik het niet van plan, maar hieronder dan toch een review van de ROAM2.

Bij de Internet aanschaf was het mij niet helemaal duidelijk wat nu wel in de verpakking zat en wat niet. Uiteindelijk had dit tot gevolg dat ik een lensdop teveel had besteld. Nou ja, kan ik er 1 kwijt raken.

Hierbij een 'what's in the box':
  1. ROAM2 camera
  2. Hoesje met lensdoekje
  3. Lensdop
  4. Voetje draaibaar op vlak oppervlak, bijv helm, met reserve plakker
  5. Flexibel voetje niet draaibaar voor 'op ruw oppervlak'
  6. Borglijntje
  7. USBkabel
  8. Software via Internet
  9. GEEN microSD kaartje (in Nederland)

Ik heb erbij gekocht:
  1. Windcutter oftewel de kabouterbaard
  2. Hardcase
  3. Lensdop (achteraf niet nodig)
  4. 32Gb microSD kaartje klasse 10

De reden dat ik de ROAM2 heb gekozen is goede prijskwaliteit verhouding, spatwaterdicht, goede stroomlijn, full HD en de optie voor slowmotion. Duurdere modellen hebben ingebouwde GPS en/of Bluetooth voor bediening vanaf je smartphone.

De ROAM2 heeft een degelijke alu-behuizing die spatwaterdicht is (tot 1m). Op de Contour website staan filmpjes waarin ermee gezwommen wordt. Ideaal voor buitensporten wordt gezegd. In diverse kleuren te krijgen en ik kies natuurlijk voor Magic Bullet rood met grijs. De hardcase past wel heel precies om de ROAM2 heen en is eigenlijk een paar mm te klein.

De bediening is eenvoudig: achterop zit een grote aan/uit knop waarmee ook een laser voor de uitlijning aan gezet wordt. Deze knop zit op een waterdicht klepje, waarachter de USB aansluiting en het microSD kaartje zitten. Plaatsing van het microSD kaartje vond ik niet handig, het klepje zit in de weg en het slotje voelt niet al te degelijk. Voorzichtig zijn! Verwijderen is nog moelijker, maar dat ben ik gelukkig toch niet  van plan, uitlezen gaat prima via USB. Bovenop zit een grote schuif waarmee de opnames gestart/gestopt kunnen worden. Zowel klepje als schuif kunnen geblokkeerd worden. Er zitten indicator LED's op voor opname, batterij-status en kaart-status.

De camera heeft 3 bevestigingsmogelijkheden: klassiek statief-schroefdraad onder en zowel links als rechts een schuif systeem. Om in alle posities toch rechtop te kunnen filmen kan de kop van de camera gedraaid worden. De laser kan dan helpen in uitlijnen. Bij het schuif systeem is, heel verstandig, een borglijntje meegeleverd.

De camera-instellingen zijn alleen te wijzigen vanaf een computer met de gratis software, Contour Storyteller. Dat kan een beperking zijn in de praktijk als je met je outdoor sport bezig bent, maar het houdt de camera zelf wel lekker simpel. In Storyteller kan je trouwens ook eenvoudige opname-instellingen als belichting, sharpening en contrast regelen. Verder zijn er een aantal belichtingsmodi: gemiddeld, centrum en spot meting.

Met de ROAM2 kan ik ook de verschillen tussen GPS en bikecomputers gaan filmen en zo kan ik GPS apps voor de iPhone gaan testen.


De Magic-Bullet-rode Contour ROAM2 met Magic-Bullet-grijze kabouter-baard tegen windgeruis. De voorzijde van de lens is draaibaar om altijd recht te kunnen filmen.

De waterdichte (1m diep) afsluiting van de USB-poort, moeilijk verwisselbare microSD kaart en wat knopjes 

De standaard levering: camera met lensdop, hoesje, USB kabel, flexibele bevestiging (zwart), extra 3M plakker voor de draaibare bevestiging (niet op foto, wel standaard meegeleverd) en borglijntje. De kabouterbaard is niet standaard. Ook de microSD kaart wordt in Nederland niet meegeleverd.

De extra bestelde hard case, waar de ROAM2 wel heel precies in past. Geleverd met een kort USB kabeltje.

De strandaard meegeleverde 360 graden draaibare bevestiging...

 ...met de ROAM2 erop...


...met hoofdlamp en kabouterbaard zie je er dan belachelijk uit, maar kan je wel leuke filmpjes maken!

De Kabouterbaard plak je 1x over de microfoon en kan er daarna eigenlijk niet meer af zonder hem te beschadigen. Hieronder een filmpje waarin het effect van de kabouterbaard op het windgeruis te horen is. Voor mij het duidelijk verschil tussen redelijk bruikbaar geluid en bijna onbruikbaar geluid. Het beeldmateriasl is flink gecomprimeerd om hanteerbaar te blijven op een blog. De kwaliteit is dus veel minder dan de originele full HD opname van de ROAM2.

Het effect van de windcutter

Behalve op de Contour website, zijn de ROAM2 specificaties ook hier te vinden, in een wat uitgebreider overzicht. Op deze websites zijn ook HD films gezet waaruit je een indruk kan krijgen van de videokwaliteit van deze camera. Mijn oordeel: vrij goed en zeer goed voor een compacte sportcamera van deze prijs.

Er zijn talloze directe video-vergelijkingen te vinden op internet tussen verschillende sportcamera's, vooral met de ROAM, voorganger vd ROAM2. bijv hier.  De ROAM is dan zeker niet de slechtste, en heeft in mijn ogen een vrij natuurlijke kleurweergave, goed contrast en goede scherpte (voor zo'n simpel lensje).

woensdag 13 februari 2013

En toen was er licht (5)

Nog een laatste update over mijn fiets/hoofdlampje Xeccon S14. Het kapje heb ik verwijderd omdat het bijna geen effect heeft (zie posts 26 jan en 30 jan). Een diffusor heb ik geprobeerd door een schijfje op maat te knippen uit een plastic 2L melkpak. Prima diffusor, maar voor tegenliggers wordt het niet beter, misschien zelfs slechter. En ik heb geen profijt meer van de hot-spot. Dus die valt ook af. Eigenlijk bevalt het me allemaal prima zoals het lampje geleverd wordt. Als ik de lamp in de low stand gebruik heb ik genoeg licht op trajecten die ik ken en verblind ik niemand. Op onbekend en onverlicht terrein is de high stand weleens prettig.

Naar aanleiding van een vraag over brandtijd heb ik nog eea getest, nadat de batterij een aantal laadcycli had doorlopen. Zie tabel. Brandtijden zijn ruimschoots lang genoeg voor mij, maar veel minder lang dan de Belgische test rapporteerde voor de Xeccon S12: 4 uur op high. Dat leek me ook wel erg lang.

Brand tijd High @ 20oC (hrs)
2:00
Brand tijd Low @ 20oC (hrs)
5:30
Laad tijd @ 20oC (hrs)
2:00
Afmetingen lamp (LxD mm)
55x42
Gewicht lamp (g)
130
Gewicht batterij (g)
282

 De tabel heb ik ook toegevoegd aan de eerste post over dit lampje.

dinsdag 12 februari 2013

Nieuw PR - banden perikelen

Gisteren de ritstatistieken bijgewerkt en vandaag alweer een PR: 31.59km/h (+0.33km/h) gemiddeld over 19km met een respectable top van 45.89km/h op de GPS (49km/h op de Enduro). Voor het eerst een rit binnen de 36min.

Was gister de evenaring van het vorige PR misschien nog toe te schrijven aan de 4Bft oostelijke rugwind op de terugweg, vanavond was het niet meer dan 2-3Bft en heb ik voor mijn gevoel eindelijk de Marathon Supreme overwonnen. Het ging echt lekker, grote stukken rond de 40km/h op eigen kracht gereden (OK, klein beetje afdalen).

Wel is inmiddels de vervanging van de Supreme binnengekomen: de Marathon Greenguard. Waarom de Greenguard komt in een andere post. Na de skivakantie wordt de Greenguard getest tov de oude Kojak en de ingereden Supreme in een uitroltest. Want wat ik er nog niet bij heb verteld is mijn typische rittijd op de heenweg: 27.16km/h...Heen is iets bergop en met een beetje tegenwind lijkt het opeens wel alsof de Supreme zich door het asfalt heen moet ploegen in plaats van er overheen. Gisteren: 25.36km/h gemiddeld op de heenweg. Op de heenweg kan ik me helemaal stuk rijden.

De conclusie: de Supreme lijkt me een prima reserve (vouw)band.


Volgend onderwerp: ongeveer een week geleden stond ik opeens lek met de enige band die nog niet lek is geweest: linksvoor. @#$%-Durano? Had ik hem toch ook moeten vervangen? Maar hij leek nog nieuw, moet ik dan toch Greenguards rondom?

Niets van dat al. De oorzaak bleek dit weekend bij het plakken van de binnenband: het ventiel is flink uitgescheurd en de biba kan in de prullenbak. Het was me al opgevallen dat het ventiel niet helemaal recht voor de opening in de velg zat...te weinig aandacht aan besteed. Er zat geen ringetje rond het ventiel. Ik zou denken dat dat helpt om de boel op zijn plek te houden, maar zijn daar andere meningen over?

Bij de plaksessie bleek ook dat de biba van de Kojak achter helemaal niet lek is, 3 dagen opgepompt in de gang gelegen en al die tijd op druk gebleven. Maar die liep toch langzaam leeg?! Tot 2x toe het ventiel niet goed vast gedraaid? Kan, maar het lijkt me onwaarschijnlijk. Des biba's wegen zijn soms ondoorgrondelijk. Band terug in mijn potje met reserve biba's.

Kortom: plaksessie zonder te plakken & 2x (niet 3x) lek op 1000km. Ik hoop dat dat laatste geen trend is.

Ritstatistieken Jan 2013

Woepie! Vandaag exact van mijn PR op de Kojak van 11 jan 2013 ge-evenaard met de Supreme: 31.26 km/h gemiddeld over 19km in beide gevallen.

Op basis van mijn PR gemiddelde snelheid over 19km in de velomobiel en op de rechtopfiets (23km/h), kan ik uitrekenen op de blog van BoCycle wat mijn trapvermogen is. Ik neem vlak terrein aan (klopt niet helemaal, ik moet iets dalen en klimmen van Delden naar Oldenzaal; Hengelo is het laagste punt), in beide gevallen is het gewicht ca 107kg (25kg Batavus Stabilo, 27.5kg Mango Sport, 80kg voor mezelf nu, en door al het fietsen ben ik wel 2,5kg kwijt geraakt sinds de PR op de Stabilo).

Met deze getallen heb ik een trapvermogen van 110W in de Mango en meer dan 200W op mijn Stabilo?! Maar wacht eens, ik rijd ermee als een bukfiets, ik leg mijn ellebogen immers op het stuur! Dus ik kies bukfiets en dan blijk ik een trapvermogen van 108W te hebben. Aardig vergelijkbaar en redelijk volgens verwachting, maar eigenlijk te mooi om waar te zijn.

Mooie intro voor mijn ritstatistieken. Rechts op mijn blog het aantal afgelegde kilometers, in deze post de snelheden. Hieronder de grafieken, alle data met de GPS Track apps op mijn iPhone.
Maand gemiddeldes van de gemiddelde ritsnelheid en maximum ritsnelheid.
Foutenbalken geven de standaard deviatie aan.
 
 
Aardig om te zien dat tot midden januari mijn gemiddelde en maximum snelheid gestaag toeneemt. Fietsen over Borne brengt het gemiddelde omhoog, doordat er veel minder stoplichten zijn. Ook begin ik dan vrij vlak te rijden, de verschillen tussen de ritten zijn dan heel klein.  Het vervangen van de Kojak door de Supreme heeft een flinke dip tot gevolg en de variatie neemt weer toe.
 
Door de sneeuw fietsen gaat nog langzamer, maar ik blijf sneller gaan dan op mijn normale fiets. In februari ben ik goed bezig en kruip ik gestaag terug naar mijn gemiddeldes van dit jaar op de Kojak. Ook opvallend dat de pieksnelheden niet echt hoger worden, maar blijven steken rond de 45km/h gemiddeld. De Marathon Supreme drukt niet de pieksnelheid, alleen de gemiddelde snelheden.
 
Nu kunnen we dit ook op een andere manier laten zien, waardoor het beter inzichtelijk wordt wat nu het verschil is tussen een gewone fiets en een velomobiel.
 

Maand gemiddeldes van de gemiddelde ritsnelheid en maximum ritsnelheid.
Normale fiets = 100%

Nu wordt duidelijk zichtbaar dat niet alleen de gemiddelde snelheid toeneemt in een velomobiel. Vooral de maximum snelheid in een velomobiel ligt veel hoger.

Met verdere training moet het me toch lukken om 1,5x zo snel te worden.

zondag 10 februari 2013

Camera Contour ROAM2

Een week lang niets van me laten horen. Te druk met werk, kids, gezellig films kijken op de bank en...velomobieleren. Hieronder een update van 1 van de vele velomobieldingen.

Geinspireerd door Quezzzt, heb ik besloten een spatwaterdicht sport cameraatje te kopen, vooral ook om mee te snowboarden, te skieen en te zeilen.

Hierbij wat eerste beelden, even een tweeluik in elkaar geknutseld. De camera is full HD, maar voor mijn blog is het wat ver gecomprimeerd. Hoe dan ook: Play it loud!


 
Dawn - Delden to Oldenzaal
 
 

...and All of the Night - Oldenzaal to Delden


zaterdag 2 februari 2013

De zin en onzin van testen: Significantie

Goed. Mijn vorige post over relevantie heeft de aandacht getrokken. Dat motiveert om verder te gaan. Helaas is het wel een tekst muur geworden.


Significantie: De mate waarin resultaten van elkaar verschillen of de Wet van de Paaseieren

Theorie moet wel leuk blijven, dus ik begin met een voorbeeld uit de praktijk. Ik kies er expres een waarvan iedereen boven de 16 vooraf inziet dat de relevantie 0,0 is, zodat we goed het verbijsterende verschil zullen zien tussen relevant en significant.

Stel, het is 1960 en je bent een nieuwsgierig Deens jongetje van een jaar of 10. Je hebt van je vader te horen gekregen dat baby’s worden gebracht door de ooievaar. Je gelooft daar echt in, maar je wordt uitgelachen door je vriendjes, alleen die verdommen het om te vertellen hoe het echt zit.

Om aan te tonen dat je gelijk hebt, bedenk je een mooi experiment: als er meer ooievaars op een bepaalde plek zijn, dan moeten er logischerwijs op die plek ook meer baby’s worden gebracht. Ook al ben je wat naïef, je bent wel geniaal en dus ga je aan de slag. Je besluit om praktische redenen dat je onderzoek beperkt blijft tot Denemarken. Dat moet groot genoeg zijn, er zijn daar flink wat ooievaars anno 1960, en ook flink wat mensen. Papa en mama zullen je rond rijden in hun gloednieuwe Volvo PV544 ‘Kattenrug’ en ze hebben net een telefoon.

Je gaat twee dingen doen:
1-Alle geboortecijfers per 1000 inwoners opvragen van alle Deense gemeentes. Je realiseert je dat misschien niet alle babytjes geregistreerd worden, maar je vader overtuigt je dat Denemarken een uitstekende administratie heeft. Illegalen zijn er dan nog niet, dus dat scheelt. Langzaam druppelen alle uiterst betrouwbare gegevens binnen.
2-Ooievaars tellen in alle gemeentes van Denemarken.

Al snel kom je erachter dat er ’s winters helemaal geen ooievaars zijn en dat komt goed uit, want door de sneeuw rond rijden is niets. Als het voorjaar is, kan je eindelijk echt aan de slag. Ooievaars tellen blijkt een rot klus. Alleen al in je eigen gemeente tel je de ene dag 3 ooievaars en de andere dag 10. Je hebt hulptroepen nodig. Allemaal mensen in Denemarken gaan dag in dag uit ooievaars voor je tellen. Hieronder de resultaten van een half jaar elke 2 weken tellen in je gemeente door 4 buurmannen. Gelukkig ben je elke dag op de fiets door je gemeente heen gereden, heb je alle ooievaars in de omgeving van een zendertje voorzien en heb je een perfecte ooievaar-tel-radar (je bent echt geniaal). Daarom weet je in je eigen gemeente de Juiste Waarde van het aantal ooievaars: de zwarte stippellijn.
De linker buurman bakt er een potje van: de getallen vliegen alle kanten op en ook het gemiddelde (blauwe streep) klopt niet. Die maak je rood want die buurman is bijna blind en kletst maar wat. De rechterbuurman is het best, die maak je groen. Zijn gemiddelde is goed en de spreiding tussen de getallen is ook klein. De twee middelsten zetten je aan het twijfelen. De een heeft een kleine spreiding tussen de getallen, maar hij meet telkens teveel ooievaars. Hij is wel precies, maar niet accuraat. Dat kan kloppen, want die buurman is een serieuze vent, maar wel scheel en telt de ooievaars dubbel. De ander heeft een grote spreiding, maar het gemiddelde klopt wel. Hij is niet precies, maar wel accuraat. Die buurman blijkt een sloddervos met prima ogen, maar telt soms teveel (1,2,4,5..) en soms te weinig (1,2,3,3,…).

Je besluit dat alle mensen die je helpen eerst een oogtest moeten doorstaan. Sloddervossen laat je gewoon vaak genoeg meten, en dan komen ze best met een aardig resultaat.

Na maanden werk heb je eindelijk alle data binnen. En dan zet je het geboortecijfer uit tegen het aantal ooievaarpaartjes. Je krijgt een prachtige correlatie. De kans dat er een verband is, is maar liefst 99,992%: zeer significant! Je rent naar je vriendjes en roept: ‘zie je nou wel! De ooievaar brengt de baby’s!’

Helaas is er geen direct causaal verband en dus is de studie niet relevant, behalve dan als les om onderzoekers en vooral statistici wat bescheidenheid bij te brengen. De originele studie uit Denemarken kon ik niet vinden op Internet, maar deze is net zo leuk:

http://www.uni-marburg.de/fb21/motologie/mitarbeiter_seiten/ls/storks.pdf

Het verband zit waarschijnlijk in het verschil tussen platteland en stad: in een verstedelijkte omgeving zijn minder ooievaars en is het geboortecijfer (per 1000 inwoners) veel lager.

Nu kan je hier hartelijk om lachen, maar in de praktijk zijn alle onderzoekers eigenlijk 10-jarige Deense jongetjes. We weten gewoon niet hoe het zit (anders hoeven we het immers niet te onderzoeken) en met vallen en opstaan komen we steeds een stapje verder. Soms maken we koeien van fouten. Zie:

http://www.psmag.com/science-environment/storks-vaccines-and-causation-10195/

waarin de stelling wordt ontkracht dat een mazelen vaccin de oorzaak van autisme zou zijn. Wederom een significant effect, maar zonder causaal verband en dus irrelevant.

Terug naar de meetresultaten van de buurmannen. Uiteraard is er een significant verschil tussen de resultaten van de schele en de goede buurman. Ook tussen de blinde en de schele zijn duidelijke verschillen. Maar verder? Dan hebben we statistiek nodig en dat valt buiten deze blog. Maw daar beginnen we liever niet aan, op 1 opmerking na: als je kwantitieve tests doet of bekijkt, zal je toch minstens moeten weten hoe je een gemiddelde en een standaard deviatie uitrekent (een maat voor de afwijking van het gemiddelde). Dat valt eenvoudig elders te vinden. Jammer dat dit zelden of nooit in een consumententest naar voren komt.

Om zonder veel statistiek toch verder te komen in de wereld van de significantie een paar stellingen.

Ten eerste. Als je geen harde theorie hebt die een bepaald verband of verschil onderbouwt, dan kan je maar beter snel zorgen dat die er komt, met data en al erbij, want anders begeef je je op glad ijs. Vage ideeën kunnen we allemaal verzinnen (dat moet, ook om verrassende resultaten te kunnen verklaren), maar de kunst is om idee om te zetten in bewijs. Dan pas zijn we echt meer te weten gekomen. Ik hoop dat bovenstaande voorbeelden genoeg zijn ter onderbouwing.

Ten tweede. Als je statistiek nodig hebt om een significant verschil aan te tonen, dan moet je nadenken over de relevantie van het verschil. Kijk maar naar de grafiek in de referentie. Leuk dat er zo’n goede correlatie is tussen ooievaars en geboortecijfer, maar de plaat waar de trend uitgehaald wordt is gewoon een schot hagel in plaats van een trend. Dan kan je er wel een statistisch berekende trend lijn doorheen trekken, maar dat wordt hoe dan ook statistiek van een heel andere trend: kleine leugens, grote leugens en statistiek.

1 meting is geen meting, 2 metingen is een halve meting, 3 metingen is een Paas meting!
Zonder herhaling is het niet mogelijk om te bepalen of je buurman slordig (niet precies) danwel scheel (niet accuraat) is. Al is je test nog zo relevant, dan heb je gewoon maar 1 meting. Omdat er ALTIJD spreiding zit in metingen, kan het puur toeval zijn dat die ene meting afwijkt van je verwachting. Helaas kan het dus ook toeval zijn dat die ene meting je verwachting bevestigt. Als je dan 2 enkelvoudige metingen met elkaar gaat zitten vergelijken trek je snel verkeerde conclusies. Je weet immers niet de variatie binnen je metingen, laat staan dat je iets weet over de verschillen tussen metingen.

Hoe vaker je meet bij 1 conditie, hoe beter het wordt. Maar ja, je hebt ook andere dingen te doen. Voor mezelf heb ik een simpel hulpmiddeltje:  



De Wet van de Paaseieren

Als ik drie metingen doe op 1 conditie (bijv 3x ooievaars tellen in Amsterdam) en ik doe er drie op een andere conditie (bijv 3x tellen in Delden), dan durf ik met aardige zekerheid te zeggen dat er significante verschillen zijn als ALLE 3 metingen uit Amsterdam duidelijk hoger zijn dan ALLE 3 metingen uit Delden (of andersom natuurlijk). Mijn precisie is dan goed genoeg. Als ik overlap vind, dan is er of een probleem met de precisie van de meting, of er is gewoon nauwelijks verschil. Er kan best reden zijn om het zo te laten en niet verder te analyseren.

Of ik accuraat ben, weet ik pas als ik met andere methodes meer informatie heb gekregen over de Juiste Waarde uit de werkelijkheid. Daar is validatie voor nodig. Helaas kom je niet altijd achter de Juiste Waarde.

Er zijn algemene methodes om tests te valideren, ook als er geen Juiste Waarde kan worden verkregen. Waarover meer in een volgende post. Tot slot, er zijn ook algemene methodes om precisie en accuratesse te verbeteren. Ook die komen aan bod in een volgende post.